Lezen
Over bouwhistorie
Op deze pagina wordt regelmatig een beperkte selectie van recent gepubliceerde boeken over bouwhistorische onderwerpen weergegeven. Een veel uitgebreider actueel overzicht vindt u in de nieuwsbrieven onder de rubriek ‘Korstmossen en muurbloempjes’.
Verder vindt u hier essays, onderzoeken en andere stukken die eerder in de Nieuwsbrieven werden geplaatst of die werden aangereikt door donateurs en andere specialisten.
Publicaties

Borghaerts, Paul
Houtstromen. Bossen, binten en boerderijen
Uitgeverij Noordboek 2021, hardcover, ISBN 9789056156886 , p. 416, € 49,90.
In dit boek wordt de herkomst van hout ontrafeld, waarmee in de periode van 1550 tot 1950 in
Noord-Nederland boerderijen gebouwd werden.
Verschillende onderzoeksgebieden gecombineerd, waaronder archiefonderzoek, het inmeten van constructies en dendrochronologie. Daarmee is de ontwikkeling van de greidschuur of -boerderij tot in detail zichtbaar gemaakt. De nieuwe kennis geeft tevens inzicht in de internationale netwerken van de (hout-)handel, en is ook van belang voor onderzoek naar historische gebouwen in Nederland. Zie ook de recensie in Nieuwsbrief Bouwhistorie 72, p. 70-73.

Vreeling, Sieger
Geen Stijl. Een rijkere architectuurgeschiedenis
Uitgeverij Verloren 2022, paperback / Ingenaaid, ISBN 9789087049621, p. 288, € 29,00.
De maatschappij veranderde vanaf circa 1850
ingrijpend en de architectuur veranderde mee. Er werden talloze nieuwe gebouwtypen, zoals postkantoren, stations en warenhuizen gebouwd. Ze werden uitgerust met de nieuwste bouwmaterialen en technische installaties en ontworpen en uitgevoerd door een keur aan specialisten. Het probleem is dat deze enorme innovaties en fundamentele veranderingen volgens de auteur niet of nauwelijks in de overzichtswerken van de architectuurgeschiedenis worden behandeld. Hierin wordt de ontwikkeling van de architectuur nog altijd beschreven aan de hand van de bouwstijlen. Wat buiten de stijlen valt, valt ook buiten de overzichtswerken – en daarmee verdwijnen de functionele, technische en organisatorische kanten van architectuur. Sieger Vreeling bepleit een andere kijk op de architectuurgeschiedenis, namelijk achter de gevel van de Nederlandse architectuur rond 1900. Hij promoveerde in 2019 op dit onderwerp bij Wessel Krul en Auke van der Woud en deze handelseditie is het resultaat van zijn inspanningen. Een recensie van het proefschrift is te vinden in de Nieuwsbrief Bouwhistorie
67, p. 54-57.

Haan, Hans de, Jacob H.P. van der Vaart
Amerikaanse boerderijen in Fryslân. Inspiratiebronnen, bouwers en modellen
Uitgeverij Noordboek 2021, hardcover, ISBN 9789056158231, p. 152, € 22,90.
De traditionele Friese boerderijen zijn kop-halsromp-, de kop-romp- en de stelpboerderijen. Veel minder bekend zijn de nieuwe typen boerderijen, zoals de Amerikaanse modellen, die in de eerste helft van de twintigste eeuw voor het eerst in Fryslân verschijnen. Vooruitstrevende boeren en landeigenaren waren op zoek naar modernisering van hun agrarische bedrijven. Door de import van Amerikaanse bouwtechnieken en dito materialen via de Amerikaanse producent Louden worden de Amerikaanse modellen een groot succes. De Haan en Van der Vaart zijn verbonden aan de Boerderijenstichting Fryslân en deden de afgelopen vijf jaar samen onderzoek naar de modernisering van de landbouw in Fryslân in de eerste helft van de twintigste eeuw. Zie ook recensie in Nieuwsbrief Bouwhistorie 72, p. 68-70.

Hermans, Taco en Gruben, Rob (red.)
"Hier wonen wij! Is het niet prachtig?". Recent onderzoek op het gebied van kastelen en buitenplaatsen
SPA-uitgevers 2020, paperback, ISBN 9789089320391, p. 320, € 34,95 (in samenwerking met Stichting Kastelenstudies Nederland, Publicatiereeks deel 2).
Het elftal artikelen in deze bundel vormen de weerslag van recent onderzoek naar kastelen en buitenplaatsen. Naast archeologen, historici, een landschaps- en tuinhistoricus hebben niet alleen Taco Hermans en Rob Gruben bijdragen geleverd, maar ook bouwhistorici als Hein Hundertmark, Jan Kamphuis en André Viersen. Verslag wordt gedaan van nieuw onderzoek naar het Valkhof te Nijmegen, dat nieuwe inzichten opleverde over de twee ringmuren rondom het complex. Ook is er aandacht voor de effecten van de Tweede Wereldoorlog op kastelen en buitenplaatsen. Naast onderzoek naar specifieke kastelen, bijvoorbeeld naar de bouwgeschiedenis van het Muiderslot, is er ook plaats voor interdisciplinair onderzoek, zoals in de directe omgeving van kasteel Duivenvoorde, waarbij tuinhistorie en archeologie elkaar versterken. Historie, bouwhistorie en archeologie komen samen in een bijdrage over houten kasteelstructuren in de periode 1250-1450.

Orsel, Edwin
De ordinaire kap. Een bouwhistorische studie naar kapconstructies op Leidse huizen tussen 1300 en 1800
Uitgeverij Verloren 2020, paperback, ISBN 9789087048914, p. 314 + 444 (2 delen), € 69,00.
Deze publicatie is gebaseerd op intensief bouwhistorisch onderzoek van Edwin Orsel (promotie 3 maart 2020). Als medewerker van Erfgoed Leiden en Omstreken en bouwhistoricus is hij al bijna twintig jaar betrokken bij het onderzoek naar historische gebouwen. Dit werk heeft mede geleid tot het specialistisch onderzoek van authentieke houten kapconstructies, aangetroffen in gewone Leidse huizen uit de periode 1300-1800.
De stad Leiden heeft geen verwoestende catastrofes ten gevolge van stadsbranden of oorlog met belegeringen ondergaan. Daardoor zijn er vele, ook zeer oude gebouwen bewaard gebleven. De kappen zijn stuk voor stuk fysieke getuigen en tegelijk mooie staaltjes van het vakmanschap en ambacht van de timmerman. De basis van het promotieonderzoek was de bouwhistorische documentatie van historische kapconstructies in de stad (aantal 127), aangevuld met bestaande literatuur, archiefbronnen als bouwbestekken en tekeningen, en dendrochronologisch onderzoek.
De gegevens verschaften inzicht betreffende de handel en de herkomst van het importhout. Niet alleen komen in diverse hoofdstukken de opdrachtgever of het gildesysteem aan bod, ook de materialen, het gereedschap en de methoden van de timmerman worden besproken. Van belang is uiteraard de beschrijving van de ontwikkelingsgeschiedenis van de kapconstructie en onder welke invloeden deze veranderde. Deel twee van de publicatie bevat de bijlagen met de documentatie van de behandelde kappen.

Dam, Michel van
De kerk staat naast den wegh. De historie van de Nederlands Hervormde Kerk in Noordwijk aan Zee
Uitgeverij Bouwhistorie in Noordwijk 2020, softcover, ISBN 9789090328287, p. 149, € 22,50 (te bestellen via 1647noordwijk@gmail.com, excl. verzendkosten).
‘De kerk staat naast den wegh’ schreef de Brabantse tekenaar Hendrik Verhees onder de eenvoudige tekening die hij in 1797 van de kerk aan de Hoofdstraat in Noordwijk aan Zee maakte. De kerk uit 1647 werd in de volksmond ook wel de Visserskapel genoemd en is, aldus de auteur, geen indrukwekkend gebouw of architectonisch meesterwerk, maar wel een zeldzaam en belangrijk overblijfsel van het vissersdorp dat Noordwijk aan Zee ooit is geweest. Begin twintigste eeuw werd de kerk tweemaal uitgebreid om plaats te maken voor de vele badgasten die naar Noordwijk kwamen en op zondag naar de kerk wilden. Het boek is het resultaat van jarenlang archief- en bouwhistorisch onderzoek.

Spiekhout, Diana
Het middeleeuwse kastelenlandschap van het Oversticht
Uitgeverij Matrijs 2020, genaaid gebonden, ISBN 9789053452738, p. 850, € 89,95.
Noordoost-Nederland staat niet bekend als een kasteelrijke regio. Toch stonden hier in de middeleeuwen ten minste 134 bisschoppelijke burchten, adellijke huizen en versterkingen. Dit gebied, dat bekend stond onder de naam Oversticht, maakte in de late middeleeuwen deel uit van het prinsbisdom Utrecht. In haar proefschrift analyseert Diana Spiekhout de ontwikkeling van de Overstichtse kastelen, van bisschoppelijke burchten, adellijke huizen en versterkingen, in relatie tot het landschap en de samenleving in Noordoost-Nederland tussen 1050 en 1450.

Stenvert, Ronald en Tussenbroek, Gabri van
Inleiding in de bouwhistorie. Opmeten en onderzoeken van oude gebouwen, 4e druk
Uitgeverij Matrijs 2020, ISBN 978905345569, p. 248, € 29,95.
Dit is een vierde, geheel herziene, geactualiseerde en uitgebreide druk. Veel Nederlandse gebouwen hebben een aanzienlijke ouderdom. Het ontrafelen van de bouwgeschiedenis behoort tot het terrein van de bouwhistorie en vormt de fundering van de monumentenzorg en het bredere veld van de cultuurhistorie. Inleiding in de bouwhistorie geeft een systematisch overzicht van het werkterrein van de bouwhistoricus. Hoe meet je een gebouw op? Hoe maak je begrijpelijke en overzichtelijke tekeningen? Wat is het verschil tussen meten en documenteren? Het boek behandelt tevens de belangrijkste historische bouwmaterialen en hun ontwikkeling in de tijd. Hierbij komen niet alleen hout, baksteen en natuursteen, maar ook jongere materialen zoals beton en staal aan de orde. Dit wordt gevolgd door de constructies en bouwsystemen van de verschillende bouwmaterialen. Beredeneerde literatuurverwijzingen bij elk onderwerp en een uitgebreid register maken de handleiding compleet. Inleiding in de bouwhistorie biedt een dwarsdoorsnede van het brede werkterrein van de bouwhistoricus en is een onmisbaar standaardwerk voor zowel studenten bouw- en architectuurgeschiedenis, erfgoedstudies, als monumentenzorgers en allen die de cultuurhistorie een warm hart toedragen.
Essays
Onderzoek
Deze artikelen zijn geplaatst op verzoek van de auteur of (mede)auteur met instemming van de verdere rechthebbenden.