Logo-SBN-Model-verkleind-transparant

Soorten bouwhistorisch onderzoek

Om inzicht te krijgen in de monumentale waarden wordt bij veranderingen aan een gebouw of een complex van gebouwen om een bouwhistorisch onderzoek gevraagd. Bij sommige gemeenten is het zelfs een verplicht onderdeel van de vergunningsaanvraag.

Er zijn drie varianten van bouwhistorisch onderzoek met verschillende diepgang. Welke vorm van onderzoek noodzakelijk is, is sterk afhankelijk van de projectomvang, het onderzoeksobject en het doel van het onderzoek.

In de richtlijnen bouwhistorisch onderzoek worden drie vormen van waardenstellend bouwhistorisch onderzoek onderscheiden:

 

• bouwhistorische opname
• bouwhistorische ontleding
• bouwhistorische inventarisatie

Bouwhistorische opname

De bouwhistorische opname is doorgaans object- of complexgericht: een specifiek gebouw of gebouwengroep. Wanneer een opname op hoofdlijnen volstaat, wordt dit type onderzoek vaak als ‘bouwhistorische verkenning’ aangeduid. Middels een bouwhistorische opname wordt de bouw- en gebruiksgeschiedenis van het object in kaart gebracht en welke elementen uit de verschillende fasen nog aanwezig zijn. Dit kan visueel in faseringstekeningen worden weergegeven. Op basis hiervan wordt een waardestelling gemaakt.
De waardestelling geeft een eigenaar of ontwikkelaar duidelijke uitgangspunten voor een verantwoorde omgang met het object. Daarnaast dient de waardestelling als toetsingskader voor restauratie, verbouwing of herbestemming.

Bouwhistorische ontleding

De bouwhistorische ontleding is de meest uitgebreide vorm van onderzoek. Vaak is dit pas mogelijk wanneer recente interieurafwerkingen is verwijderd. Op die manier komen ook de vroegste bouwfasen van het object in beeld. Een ontleding kan ook op onderdelen van een gebouw worden toegepast en wordt dan aangeduid als ‘deelontleding’. Documentatie vindt plaats in de vorm van opmetingen, fotodocumentatie, faseringstekeningen of reconstructietekeningen.

Afhankelijk van het onderzoeksobject worden zo nodig specialistische onderzoekers ingeschakeld. Enkele voorbeelden van specialistisch onderzoek zijn:

• dendrochronologisch onderzoek
• materiaaltechnisch onderzoek
• interieurhistorisch onderzoek
• kleuronderzoek
• tuinhistorisch onderzoek

Evenals bij de bouwhistorische opname zal ook bij een bouwhistorische ontleding in veel gevallen een waardestelling worden gemaakt. Door de meer gedetailleerde onderzoeksvorm kunnen ook de waarden nauwkeuriger en meer op detailniveau worden weergegeven.

Analoog aan de archeologische praktijk kan tijdens de uitvoering van verbouwingswerkzaamheden Documentair bouwhistorisch onderzoek worden uitgevoerd.

Daarbij worden bouwhistorische structuren, sporen en vondsten gedocumenteerd, voor het vergroten van kennis over historische gebouwen en een betere uitvoering van onderhoud en restauratie. Een uitgebreid overzicht van de methodes die de bouwhistoricus hanteert is te vinden in het boek Inleiding in de bouwhistorie.

Bouwhistorische inventarisatie

De bouwhistorische inventarisatie betreft vaak een groter gebied of een verzameling gebouwen om hier aanwezige of vermoede cultuurhistorische waarden inzichtelijk te maken in de vorm van verwachtings- of attentiekaarten. Bevindingen van een bouwhistorische inventarisatie kunnen worden ingezet voor het opstellen van bouw- of cultuurhistorische waarden- of verwachtingenkaarten. Ook is deze vorm van onderzoek zeer geschikt om, samen met de resultaten van andere partijen, te worden ingezet voor het ontwikkelen van ruimtelijk beleid, het opstellen van monumentenlijsten of als input voor bestemmingsplannen.

Logo-SBN-Model-verkleind-transparant

Deze website maakt gebruik van functionele en analytische cookies. Lees voor meer informatie het privacybeleid.