Logo-SBN-Model-verkleind-transparant

Rusten tussen steen en ijzer

Rusten tussen steen en ijzer

De gietijzeren constructie in de grafkelder van de familie Del Court van Krimpen

Als bouwhistoricus kan je gevraagd worden om naar de meest uiteenlopende bouwsels te komen kijken. Een grafkelder lijkt daarvan niet het meeste spannende object: een vierkante gemetselde bak om meerdere overledenen in te bergen. Toch werd mij door de betrokken bouwinspecteur verzekerd dat het de moeite waard zou zijn.1

Aanleiding vormde de restauratie van een aantal grafkelders op de gemeentelijke begraafplaats Kleverlaan in Haarlem, waaronder de kelder van de familie Del Court van Krimpen (afb. 1). De begraafplaats werd in 1831-1832 aangelegd op het terrein van de buitenplaats Akendam. Het ontwerp werd geleverd door de bekende landschapsarchitect Jan David Zocher (1791-1870). Zocher was in 1826 eigenaar geworden van de buitenplaats en bekend met de behoefte van de gemeente Haarlem om buiten de singels een nieuwe begraafplaats aan te leggen. Het was de stad namelijk sinds 1829 verboden om nog binnen de stad te begraven.2

Rusten-tussen-steen-en-ijzer-01

Afb. 1, De grafkelder van de familie Del Court van Krimpen (gemeente Haarlem, Team Erfgoed)

Op de begraafplaats Kleverlaan, die in 1887 en 1916 verder werd vergroot, bevinden zich meerdere grafkelders. Dergelijke bakstenen of soms in beton uitgevoerde ruimten zorgen voor een snellere vertering dan in de grond. Daarnaast biedt een kelder ruimte voor telkens nieuwe bijzettingen. In menig kelder zijn dan ook verzamelkisten of kleine bottenkisten neergezet nadat ruimte was gemaakt voor een nieuwe kist. Dit efficiënt gebruik van grafkelders had wel tot gevolg dat gemeenten inkomsten uit grafrechten mis liepen. Men propageerde daarom al snel dat een volle kelder niet meer geopend mocht worden, hoewel dit tegen het feitelijke gebruik in ging en eigenlijk niet verboden kon worden.
Midden in de door Jan Zocher ontworpen begraafplaats bevindt zich de kelder van de familie Del Court van Krimpen. Deze eenvoudige kelder zonder opsmuk vermeldt op de zerken niet meer dan de familienaam. Volgens de administratie van de begraafplaats zou de eerste begraving in 1875 hebben plaats gevonden.3 Wie van de familie dat moet zijn geweest is niet bekend. Bekende leden van de familie waren Aalbrecht Arent (1810-1884), die in Haarlem officier van Justitie was en lid van de gemeenteraad.4 Zijn zoon Aalbrecht Arent (1856-1924) wordt beschouwd als ‘de vader van de golfsport in Nederland’.5

Van de kelder van de familie Del Court van Krimpen is het verzakte natuursteenwerk hersteld. Bij het verwijderen van de zerken bleek in de kelder een ijzeren constructie aanwezig die behalve als ondersteuning van de drie stenen ook diende voor het opstellen van negen grafkisten. Omdat men op het punt stond de laatste steen weer terug te leggen en in het graf nog enkele kisten lagen, was er geen mogelijkheid om de constructie anders dan enkel fotografisch vast te leggen.

Zoals gezegd voldoet de kelder aan het gebruikelijke beeld. Het betreft een vierkante bak met muren van machinale baksteen. Aan de achterzijde is deze hoger opgemetseld. De drie hardstenen zerken liggen daardoor af naar voren. Waar de stenen tegen elkaar liggen is ter ondersteuning een ijzeren I balk aangebracht. Opvallend genoeg is daarbij geen rekening gehouden met water dat tussen de stenen door kan lopen. Behalve door de muren van de kelder wordt elk van de twee I balken ondersteund door twee gietijzeren kolommen. Daarvoor is de kop van elke kolom verdikt zodat de balken er door geschoven kunnen worden. Ook lager zijn de kolommen op regelmatige afstand voorzien van drie verdikkingen (afb. 2). Niet zeker is of de kolommen hier demontabel zijn of dat het enkel gaat om knooppunten voor de horizontale delen in de constructie. Uit de wijze waarop deze delen zijn aangebracht, lijkt het laatste het geval.

Rusten-tussen-steen-en-ijzer-02

Afb. 2, De kelder gezien naar links onder. (gemeente Haarlem, Team Erfgoed)

In de verdikking van elke kolom is aan de voor- en achterkant een verticale sleuf aangebracht en aan elke zijde een horizontale sleuf. Onder de verticale sleuven zijn nokjes gegoten. De sleuven dienen voor de oplegging van staande ijzeren staven in de lengte en liggende staven in de dwarsrichting. Hiermee worden de kolommen onderling en met de muren verbonden. De buitenste staven zijn om die reden voorzien van een haak en daarmee in een oog in de muur gestoken. Een afschuining aan het einde van de staande staven geeft aan dat deze van bovenaf in de verticale sleuven zijn gedraaid. Ook bij de staande staven tussen de kolommen is dit het geval, waardoor de hele constructie zichzelf klem zet tussen de muren.

Omdat het raster aan staven voor het dragen van kisten te ruim is, ligt in elk vak in de breedte een extra ijzeren staaf. Voor deze tussenliggers zijn in de zijmuren extra ogen aangebracht. De staande staven zijn ervoor in het midden voorzien van een keep. Die is breder dan de tussenliggers doordat de staven in het middelste vak met een klauw om de staven in de buitenste vakken grijpen (afb. 3).

Rusten-tussen-steen-en-ijzer-03

Afb. 3, Knooppunt met horizontale en verticale staven en de om elkaar gehaakte tussenliggers. (gemeente Haarlem, Team Erfgoed)

Het gebruik van gietijzer op begraafplaatsen en voor grafmonumenten is in de negentiende eeuw niet uitzonderlijk. Het gaat daarbij om hekwerken, zerken, kruisen en gedenktekens. Gieterij Enthoven uit Den Haag adverteerde in zijn catalogus met meerdere grafkruizen, grafattributen en grafornamenten.6 Het aanbod moet echter veel groter zijn geweest en producten voor constructies komen in de catalogus nauwelijks in voor.7 Toch zijn er legio gebouwen waarin draagconstructies met gietijzeren kolommen zijn toegepast. Het lijkt daarom onwaarschijnlijk dat een voorbeeld van een constructie zoals in de grafkelder is aangetroffen in een catalogus stond. Tenzij op de kolommen een naam staat vermeld, zal het toewijzen ervan aan een gieterij waarschijnlijk niet mogelijk zijn.

Of dergelijke constructies vaker zijn toegepast, is een andere vraag en het antwoord erop is bevestigend. Maar omdat geen grafkelder hetzelfde is, blijkt de vorm, afmetingen en uitvoering vrijwel altijd uniek te zijn. Leon Bok, specialist funerair erfgoed bij de RCE, licht desgevraagd toe dat voor het neerzetten van kisten in een kelder een aantal oplossingen kunnen worden onderscheiden. Bij de oudste kelders, zoals crypten van kerken, lijken de kisten direct op de vloer te zijn gelegd. De eenvoudigste vorm om kisten los van de vloer te plaatsen, is door de einden op een gemetselde rand te laten rusten. Vanwege het rotten van het hout is hier later wel een metalen rek tussen gelegd. Om meerdere kisten boven elkaar te kunnen opstellen, zijn smeedijzeren stangen in de muren aangebracht. Grotere kelders kunnen daarvoor zijn opgedeeld met bakstenen tussenmuren. In zo’n geval wordt vaak gebruik gemaakt van een losse tussenstang om kisten weer gemakkelijk uit het graf te kunnen halen. Stellingen zoals in de kelder van de familie Del Court van Krimpen komen in verschillende vormen voor, van smeed- en gietijzer of roestvrij staal. Dergelijke stellingen kunnen soms verschoven worden of over een kist geplaatst. Daarnaast komen ook gemetselde nissen in de achterwand van kelders voor om kisten in te leggen.
Helaas is het documenteren van de verschillende constructies in grafkelders in Nederland nog niet van de grond gekomen. Een goed overzicht van de verschillende vormen ontbreekt daardoor. Hopelijk kan het onderwerp in de toekomst op meer bouwhistorische aandacht en interesse rekenen. Met name gemeentelijke bouwhistorici zouden zich hierbij verdienstelijk kunnen maken.

Maarten Enderman

Verantwoording

  1. Dit artikel is tot stand gekomen met de hulp van Leon Bok (Bureau Funeraire Adviezen en specialist funerair erfgoed bij de RCE), zonder wie de derde en de twee laatste alinea’s niet geschreven hadden kunnen worden.
  2. Bok 2020, www.dodenakkers.nl
  3. Mondelinge mededeling administratie Algemene Begraafplaats Haarlem.
  4. Nationaal Archief, 3.20.76, inventaris archief familie Del Court van Krimpen.
  5. Janmaat 2018, p. 108-113.
  6. https://shie.nl/bedrijven/l-i-enthoven-co-1824-1972/
  7. Stokroos 1984, p. 20.

Literatuur

L. Bok, ‘Haarlem – Algemene Begraafplaats De Kleverlaan’, mei 2020, https://www.dodenakkers.nl/artikelen-overzicht/begraafplaatsen/begraafplaatsen-in-noord-holland/kleverlaan.html
A. Janmaat, ‘Gerry del Court van Krimpen, een golfspeler ‘Hors-concours’’, in: Golfers Magazine 6, september 2018, p. 108-113.
www.shie.nl
M. Stokroos, Gietijzer in Nederland, Amsterdam 1984.

Logo-SBN-Model-verkleind-transparant

Deze website maakt gebruik van functionele en analytische cookies. Lees voor meer informatie het privacybeleid.